Het onderzoek
Op een van de judoforums las ik een interessante bijdrage over de relatie tussen je genetische aanleg en de mogelijke resultaten van fitnesstraining.
Men heeft een wetenschappelijk onderzoek gedaan onder mensen met hartproblemen die een trainingsprogramma van drie maanden ondergingen. Daarbij werden de meetbare resultaten van de training op een bepaalde spier in het bovenbeen (rectus femoris), gelegd naast de gegevens die men had omtrent de 'genetische predispositie'. In gewoon Nederlands: als je van een bepaalde groep weet hoe ze genetisch in elkaar zitten, wat merk je daarvan bij de resultaten van fitnesstraining?
Het resultaat wordt
hier besproken, met de verwijzingen naar het originele artikel in het blad
'Medicine and Science in Sports and Exercise'.
De conclusie van het onderzoek is, dat er die relatie bestaat. Slecht nieuws voor de hartpatiënten die zich suf trainden, en waarbij het dus blijkt dat de genetische aanleg maakt dat de een wel en de ander niet profiteert van de cardiac training. Omdat kort-door-de-bocht het reageren van de spieren op deze training niet bepaald wordt door de training maar door de aanleg...
Interessant voor judo
Ik vind dit soort onderzoeken buitengewoon interessant. Want ik zie wel vaker rondom mij heen dat er mensen zijn die een perfect lichaam hebben voor judo, en dat het 'in de familie' zit dat ze daarin redelijk gemakkelijk uitblinken. Is talent iets wat je meekrijgt? Waar zit dat dan in? Dat is op veel terreinen zo, bij muziek is dat ook meetbaar, en er zijn ook echte voetbalfamilies.
De relatie tussen muziek-beoefenen en sport is overigens geen onzinnige verbinding. Ik weet waar ik over spreek. Het motorische gevoel voor bijvoorbeeld een orgel (in mijn geval) en de mogelijkheid om door eindeloze oefening muziek te maken van de noten, is een vorm van training die bij de een beter slaagt dan bij de ander. Waarom is dat zo? Kwestie van spieren, al zijn die in je orgelvingers anders dan in je benen...
Bij judo merk ik hetzelfde. Ofschoon dit blog anders zou suggereren, is mijn lichamelijke motoriek/aanleg voor judo zeer beperkt. Ik kan bepaalde dingen een miljoen keer trainen, maar het lukt me vaak niet. Terwijl ik ook judoka ken die alleen maar even hoeven te kijken en hun lichaam kan het al doen. Als die dezelfde training doen als ik, ben ik na honderd keer maar 10% gevorderd en zij 100%. Intellectueel en moreel heb ik zeker judo-genen (haha) maar fysiek een stuk minder.
Uiteindelijk zit hem dat dus niet alleen in inzicht en gevoel, maar ook wel degelijk in de mate waarin de spieren de training oppakken. Veel is te leren, maar spieren gehoorzamen niet allemaal hetzelfde bij dezelfde oefening.
Van paarden en honden weten we overigens wat de kwaliteiten zijn van bepaalde rassen. Omdat we bij de mens huiverig zijn voor genetische selectie, willen we dat niet helemaal weten. Maar uiteraard is dat struisvogelpolitiek. Een ras-renpaard brengt ras-renpaarden voort, terwijl de mooie knol verderop nooit dat renpaard wordt, hoe hard het ook wordt getraind, die breekt alle benen.
Mij lijkt dus, dat wat we normaal gesproken 'talent' noemen, ook een vergaarbak is voor lichamelijke gegevenheden (predisposities) als mogelijkheid of onmogelijkheid, die meegegeven worden met de genen. Het onderzoek hiernaar staat uiteraard in de kinderschoenen, maar het lijkt me niet dwaas een voorlopige samenhang tussen genen en de mogelijke resultaten van training en oefening te veronderstellen.
Tokui Waza
Interessant is, dat je in het klein ook ziet dat sommige judoka uitblinken in specifieke technieken. De zogenaamde favoriete of tokui waza. Waar de ene judoka ernstig geblesseerd raakt als hij techniek A inzet, lijkt het lichaam van een andere judoka daar voor gemaakt, reden waarom hij die ook steeds perfect doet. Zo kan de een ook fenomenaal vallen (als uke) zonder ooit iets te bezeren, terwijl hij niets bakt van de meest simpele worpen als tori. Waar zit hem dat in? Kan ook dat iets zijn van de aanleg, hoe de spieren werken en wat ze graag doen, aankunnen, en 'snappen'?
Blessureleed
Voor wedstrijdjudoka betekent dit, dat het mogelijk is om te trainen tot je genetische level of incompetence. Tot een bepaald niveau, en daarboven kom je niet. Niet op de mat, niet in de fitness. Het vervolg van genoemd onderzoek zou ook kunnen inhouden, dat hierin een hypothetische verklaring kan worden gevonden voor de aanwezigheid van herhaalde sportblessures en het herstel - al dan niet. Als een judoka verder gaat dan zijn/haar genetische codekaart toestaat, zullen spieren en conditie dat niet aankunnen en dan knapt of scheurt er iets. Steeds opnieuw. Het herstel via artsen, fysio en fitnesstraining, kan nooit meer terug-opbouwen dan wat het lichaam genetisch 'wil'. Behalve, zoals de auteur op het judoforum suggereert, met kunstmatige of 'verboden middelen'. Maar aangezien dat tegen de geest van het judo, de regels én je gezondheid is... doen we dat niet. Waarbij ook duidelijk is wat de schade voor de gezondheid is: alles wat ingaat tegen je genetische paspoort is per se niet goed.
Judoka die lijden onder (herhaalde) en specifieke spier-gerelateerde blessures, zouden zich met dit onderzoek in het achterhoofd mogen afvragen of hun 'talent' zoals we het vroeger noemden, wel voldoende is voor dat (te) hoge niveau van krachtsinspanning. Dat gaat lang goed, maar eigenlijk moet je dan eerder je grenzen kennen en respecteren.
Het is mooi om te streven naar de hoogste plaats op het belangrijkste ereschavot van de sportwereld. Maar het zou best eens kunnen zijn dat daar degenen staan die er letterlijk voor 'geboren' zijn en dat alle andere mindere goden al eerder zijn afgevallen door pech met de judotechniek, maar ook omdat het lichaam het gewoon niet aankon.
Judo is meer dan 'beulen' en discipline. Judo is in deze zin nog meer: luisteren naar je lichaam. Medisch bekeken: je genetische paspoort meten door natuurlijke spiergroei in kaart te brengen?