zondag 29 december 2013

Word je een beter mens van judo trainen?

Er zijn een heleboel mythen rond judo, en andere 'wegen' uit het Oosten. Volgers van de 'Tao' kunnen in een soort Boeddhistische beleving komen tot verlichting en wijsheid. Maar er zijn gelovigen van welke soort dan ook. Een vrome moslim kán in theorie een geweldig mens zijn. Een echte christen die leeft vanuit de boodschap van Jezus, kán in theorie een heilige zijn. Maar een socialist kan dat ook worden, net als een verstokte liberaal.
Wie volgt wat opgeschreven staat, kán een voorbeeldig mens worden. Wat ook zo is voor andere stromingen.

Waarom is de wereld dan niet vol met geweldige mensen, aangezien iedereen wel iets lijkt te volgen?

Om het bij ons onderwerp te houden. Er zijn judoka die een leven lang keihard trainen en die desondanks de essentie lijken te missen. Ze blinken uit in directe resultaten, maar deze resultaten lijken slechts een deel van hun persoon te hebben geraakt. In het wedstrijdjudo zien we dat heel sterk. Er zijn daar kampioenen met meer medailles en bekers dan Gordon flauwe grappen kan maken, maar die desondanks niet verder zijn gekomen dan tactisch en technisch vernuft - en die derhalve als persoon wellicht net meer judoka zijn dan een robot. In ieder geval zijn dat type machines niet zachtzinnig en respectvol voor degenen met wie ze net hebben gewerkt op de mat en als judo dus zou moeten bijdragen tot beter menszijn, is dat bij hen niet of nauwelijks gelukt.

Nee, als we het moeten hebben van de voorbeelden alleen, is judo net zo (on)aantrekkelijk als de islam, het christendom, het socialisme of welke ideologie dan ook, omdat je er meer vervelende lieden hebt dan je lief is. Om nog maar te zwijgen over degenen die geen bal om de boodschap geven, maar er wel macht en geld in vinden en dus zichzelf laten kronen tot 'supergelovigen' in hun tak van sport/religie. Om reden van de beoefenaars alleen moet niemand ergens in gaan geloven, of judo gaan doen, zoveel is zeker.

Wat heeft het gaan van een 'weg' dan voor zin? Of het nu de Tao is, of de 'dô' van allerlei Japanse gevechtsmethoden, of de weg van Jezus of Boeddha?

Een weg heeft zin als je er zelf voor kiest om die te gaan in zijn echte puurheid. Als je gaat trainen op die weg met de kerndoelen voor ogen, en je niet verliest in de bijzaken. Als je jezelf niet laat verpesten door de verleidingen die op elke weg lijken op te duiken. Geld en hebzucht lijken op elke weg een dagelijkse hobbel. Net als ijdelheid en een te groot ego. Elke weg vraagt van de beoefenaar een stuk zelfverloochening, en tomeloze inzet. 

Het trainen van judo heeft dan ook een zelfde effect op de volgers van de weg als bidden en vasten op gelovigen. Het maakt je sterk en gedisciplineerd, en laat je volhouden bij tegenslag. Bloed, zweet en tranen zijn echte karaktervormers, in alle facetten van het leven. Militairen weten daarover mee te praten. Dat is het goede van training.

Tegelijk moet elke judoka, gelovige, of militair, de beperking inzien van zijn training. Training in welke zin dan ook is namelijk geen doel in zich. Een judoka heeft een doel, net als elke levensbeschouwing. Het doel van een judoka is: om een beter mens te worden én bij te dragen aan het welzijn van de samenleving. Jiko no Kansei en Jita Kyoei. Het middel is een techniek die met maximale efficiëntie moet worden uitgevoerd (sei-ryoku zenyo). De reden waarom veel judoka (net als volgers van andere wegen) niet slagen in hun doelen, is omdat ze 
a) het doel niet eens kennen, zien, of willen kennen en zien;
b) zich onderweg verliezen in de loutere techniek of de middelen.

Word je een beter mens van judo trainen? Ja, dat zou de bedoeling zijn. Ja, dat kan als je maar traint op een bepaalde manier. Ja, als je je maar niet uitglijdt op de weg, over de bananenschillen van je eigen ego, de commercie, de doelloosheid, de slapte en luiheid, de bedwelming van je teleurstellingen of je overwinningen, kortom: de manier waarop je de imperfectie van je eigen persoon door hard te trainen bijschaaft en overwint, om stappen te blijven zetten in de goede richting.

Eigenlijk is welke weg een oriëntatie. Een richting. Het gaan van de weg maakt je geen beter mens, maar wel de stappen die je zet. En of je die zet, hangt voor het grootste deel af van je mentale mindset. Wie alles in de juiste volgorde doet, heeft goud in handen. Hij kan groeien naar een grote volmaaktheid als mens.

In het judo en ook op andere wegen in het leven, ben ik gelukkig zulke mensen tegen gekomen. Zij blijven mij motiveren om zelf ook de goede weg te kiezen in het leven. En in alle opzichten te blijven trainen...

donderdag 26 december 2013

Vechten voor gerechtigheid - een speelfilm

De betekenis van judo en krijgskunsten als vechten voor een hoger doel, kun je in heel wat Hollywood-films tegenkomen. John Avildsen, de regisseur van de Karate-Kid-films en de Rocky Balboa-serie, verzamelt nogal eens alle denkbare cliché's in één film, waarvan ik het type Mr. Miyagi (Karate Kid) persoonlijk een van de sterkste sensei-rolmodellen ever vind.  

Een wat onbekendere film met alle denkbare Avildsen-patronen, is The Power of One uit 1992, wat speelt in het Zuid-Afrika van de opkomende apartheid - naar de oorspronkelijke roman van Bryce Courtenay uit 1989. Een kind wat slachtoffer wordt van het racisme, leert via een aantal 'sensei'-type leermeesters vaardigheden aan waarmee hij een strijdbaar en beter mens wordt, zijn eigen angsten en eenzaamheid overwint, en uiteindelijk bijdraagt aan het geluk en de vrijheid van de onderdrukten. Het middel daartoe is, geheel in de Avildsen-traditie, een potje vechten, in dit geval boksen. De 'sensei' is een typische Zuid-Afrikaanse leermeester (Morgan Freeman als 'Geelpiet'), die net als Mr Miyagi vol levenswijsheid zit. De jonge bokser 'P.K.', de hoofdpersoon, is degene die in zijn eentje de strijd moet winnen... en de haat overwinnen door zijn vechten (en door muziek, een thema wat ook doorheen de film loopt). De vechter is de 'rainmaker', een bijna-Messias die vrede brengt onder de volken.

Ik keek deze film tijdens de kerstdagen. Ik heb hem al vaker gezien, en ik kan hem aanbevelen. Het mooie is dat hij op youtube in 9 delen volledig te zien is, weliswaar in het Engels zonder ondertiteling, maar goed. Voor wie eens een avondje een alleraardigste film wil zien, met thema's die raken aan waar wij als judoka voor staan...

woensdag 25 december 2013

Seiya 聖夜

Het is vanavond 'Heilige Avond', de nacht waarin Jezus werd geboren. Ook al zijn weinig Japanners christelijk, het woord voor die Stille Nacht kennen ze wel. Seiya 聖夜.

Ik wens iedereen dan ook een hele mooie, vredige en zalige Seiya toe !

Zalig Kerstfeest en alle goeds voor het nieuwe jaar.

zondag 22 december 2013

Het verschil tussen kracht en moed

Je hebt kracht nodig om sterk te zijn.
Je hebt moed nodig om zachtmoedig te zijn.

Je hebt kracht nodig om jezelf te beschermen.
Je hebt moed nodig om je bescherming los te laten.

Je hebt kracht nodig om te overwinnen.
Je hebt moed nodig om je over te geven.

Je hebt kracht nodig om zeker te zijn.
Je hebt moed nodig om te kunnen twijfelen.

Je hebt kracht nodig om ergens in te passen.
Je hebt moed nodig om ergens buiten te staan.

Je hebt kracht nodig om de pijn van een vriend te voelen.
Je hebt moed nodig om je eigen pijn te voelen.

Je hebt kracht nodig om je gevoelens te verbergen.
Je hebt moed nodig om je gevoelens te laten zien.

Je hebt kracht nodig om misstanden te verdragen.
Je hebt moed nodig om misstanden te stoppen.

Je hebt kracht nodig om alleen te staan.
Je hebt moed nodig om op een ander te steunen.

Je hebt kracht nodig om lief te hebben.
Je hebt moed nodig om je te laten liefhebben.

Je hebt kracht nodig om te overleven.
Je hebt moed nodig om te leven.




 

woensdag 18 december 2013

実 of 術

実 of 術. Dat is de vraag vandaag.

Weten we waar dit over gaat?

実 = jitsu en 術 = jutsu.

Dankzij de beoefenaars van 柔術 in de Portugees-Braziliaanse landen, zijn deze 柔術-beoefenaars gaan spreken van ju-jitsu, of nog aparter: jiu-jitsu. Vanuit de Amerikaanse wereld is ju-jitsu daarom heel normaal, en de JBN hanteert gewoonlijk jiu-jitsu, net als de NVJJL. 

Een Japanner snapt er niks van, die verstaat ons gewoon niet als we dit doen.
Allereerst al omdat 'jitsu' zoals wij dat uitspreken geen Japanse uitspraak is. De Japanner kent de korte 'i' niet, die zal het uitspreken als 'jietsu'. Maar dat doen we wel vaker verkeerd. 'Ippon' is niet 'ippon', maar 'ieppon'.

Maar stel dat we het goed uitspreken, wat betekent 'jitsu' dan? 実 betekent: waarheid in de zin van feitelijkheid. Dat voorvoegsel 柔 (jû) hoort daar niet bij, 'flexibele feiten'? Nou nee, feiten zijn hard. 
Wat wij bedoelen is 術 (jutsu) is vaardigheid, of ook wel: trucje of list.

Eigenlijk zijn de beoefenaars van 柔術 dus juist vertaald bezig met 'jūjutsu'. En deze beoefenaars heten jūjutsuka. Enkelvoud en meervoud. Want zo is het Japans nu eenmaal. Judoka's is geen Japans,
jūjutsuka's evenmin.

Het is allemaal maar een weet, maar als we zo dicht mogelijk bij de wortels willen blijven, is het begin van toepassen wel de juiste kennis. Of we er dan wat mee doen is een tweede.

zondag 15 december 2013

Intellectuele training (10) tomaru tokoro o shire

In 2009 schreef ik al een blogje over dit Japanse begrip: Tomaru tokoro o shire. Maar in het kader van de intellectuele training in het judo wil ik het graag wat verdiepen.

Als we alles hebben begrepen, dan weten we niet alleen wanneer we slagvaardig moeten handelen, na zorgvuldige observaties. Dan zouden we ook moeten snappen wanneer het genoeg is, wanneer je moet ophouden.

In het judo wordt het slagvaardig handelen uiteindelijk begrensd door de twee judoprincipes.

  • Seiryoku zenyo.  Wanneer moet je ophouden? Als je merkt dat wat je gaat doen te veel energie gaat kosten. Dan kost het meer moed om op dat moment te zeggen: ik kán wel, maar ik doe het niet. Ik beslis nu slagvaardig om iets niet te doen, al heb ik de kans.
  • Jita Kyoei. Wanneer moet je ophouden? Als het welzijn van de ander in gevaar zou kunnen komen. Ook als ik slagvaardig kan handelen en ik heel scherp zie waar mijn partner een kans geeft aan mij, kan ik soms moediger zijn om te besluiten mijn partner te sparen omwille van hem. Dat zal niet zo snel gelden in wedstrijden, waar medelijden een moeilijk woord is. Maar toch... ook dáár zou de ander de norm moeten zijn voor de beslissing wanneer je doorgaat of... stopt.

Jigoro Kano zegt niet voor niets:
Als je de twee principes leert - jukuryo danko en tomaru tokoro o shire - en leert hoe je zo correct moet toepassen, zul je er groot voordeel van hebben, niet alleen bij judotraining, maar ook in je rol als lid van de samenleving. (Jigoro Kano: Mind over Muscle  p. 121)
Het komt er dus, als slotstuk en climax van alles wat we met ons verstand kunnen begrijpen, op aan dat we de juiste balans vinden in actie en ophouden. Weten wanneer je wél iets moet doen en weten wanneer je níet iets moet doen. 

Veel judoka vinden het laatste misschien nog het allermoeilijkste. Judo is passie, gedrevenheid, en vaak ook de drive om te winnen en niet te verliezen. Dan geef je gemakkelijk nét dat kleine beetje meer. Dan wil je nét even doorzetten, over je eigen grens heen...

Fanatiek?

O ja. Weten wanneer je te ver gaat... nu we het daar over hebben. Er zijn nogal wat judoka die zo fanatiek zijn dat ze niet luisteren naar de signalen van hun eigen lichaam en dat van een ander. Zó gedreven. Zó sterk. Maar is het mentaal wel sterk om jezelf te over-trainen? Is het wel zo weloverwogen om je spieren zo te belasten dat je vemijdbare blessures kunt oplopen? Is het wel zo verstandig om je te laten leiden door gevoelens van fanatisme en daarmee wellicht te verliezen wat je zo mooi hebt opgebouwd? Intellectuele vorming in judo is altijd balans zoeken. Is altijd met je verstand je lichaam en emoties beheersen. Weten wanneer je moet ophouden...

Uiteindelijk is de hele training van het judo een leerschool voor ons totale gedrag in de maatschappij. Als we weten wanneer we moeten ophouden, is dat ook een wijze weg voor elke dag. Niemand zit te wachten op drammerige en opdringerige mensen die in hun fanatisme over anderen heenwalsen. Het is een teken van innerlijke kracht om je zó te laten leiden door 'rei' en eerbied voor anderen en jezelf, dat je vanuit je verstand de juiste maat en beheersing hebt. "tomaru tokoro o shire"...

woensdag 11 december 2013

Ura gatame 裹固

Ura gatame 裹固 is een judotechniek die Kyuzo Mifune in zijn Canon of Judo opnam, maar die nooit door de Kodokan erkend werd.


En eigenlijk snap ik dat wel. Niet alleen omdat de wedstrijdregels zo zijn (Daigo zou eens gezegd hebben dat bij elke controle-techniek tori zijn uke moet aankijken (?) ) maar ook omdat ik moeite heb met het principe.

Kijk, wij zijn in zekere zin in onze landen misvormd door Kawaishi met zijn nummertjes bij de houdgrepen. Ik heb me daar altijd aan gestoord, omdat om die reden de principes van de osaekomi-waza worden verduisterd.

Dat zijn er namelijk maar een paar.

Vierpuntscontrole. Shiho gatame in alle denkbare posities. Tate - er op zittend, Kami - er achter zittend, en yoko - opzij. Als het maar vier steunpunten heeft.  Dat is ook de meest sterke positie uiteraard, hoe meer matcontact, hoe beter.

Driepuntscontrole. Kesa gatame in alle denkbare variaties, met als principe: 2 benen op de mat, en één arm ergens om uke heen op de mat en de andere zijn arm inwikkelend. Of desnoods zijn hoofd en schouder controlerend in kata gatame.  Het inwikkelen van arm of hoofd compenseert het 'verlies' van een steunpunt.

Sankaku. Waarbij de benen hoofd of ledemaat inwikkelen, en beide armen de overige steunpunten worden.

Tori moet altijd minstens drie steunpunten hebben, geloof ik. Zo niet, en de krachten op hem te groot worden, ontstaat er een kanteltechniek. Dat is net als bij een stoel waar je poten onderuit haalt namelijk. (Vandaar ook dat het verlagen van het zwaartepunt ook in newaza zo wezenlijk is, maar dat terzijde, want dat voorkomt kantelen...) Verdedigen in osaekomi-waza is dan ook vooral: steunpunten weghalen (uke)  en/of verdedigen (tori).

Welke controle-principes worden er bij de getoonde ura gatame (waarbij trouwens het kanji 裹 letterlijk 'ingewikkeld, ingerold, ingepakt' betekent, en niet per se 'van achteren'.)

Wat ik Mifune zie doen, is op zich een goede controle. Wat ik zie is, dat tori uke's arm inwikkelt met de arm (heeft iets kesa-gatame-achtigs dus). En ik zie dat hij uke's been inwikkelt, maar niet als sankaku, want dan zou hij op twee punten op de mat rusten (en controleren) en niet op drie.

Wel is duidelijk dat hij moet voorkomen dat uke een achterwaartse rol maakt en kan ontsnappen. Van die verdediging tegen een ontsnapping zien we niets. Verder is die rol voor uke's nek niet erg prettig, reden waarom een scheidsrechter meteen matte zal roepen in zo'n geval.

Wat is dit dus? Graag antwoord in de comments of persoonlijk! :)
Misschien dat de jujitsuka er wat mee kunnen...

zondag 8 december 2013

Intellectuele training (9) Uitvoeren

Moedige besluiten kun je nemen, maar het doen is het belangrijkste. Moed blijkt uit daden. Dat is bij judo zichtbaar. Iemand kan het nóg zo goed weten, maar of je slaagt in randori blijkt uit het handelen en het nemen van initiatief (sen), of je tot de kake komt. In het gevecht zijn er drie vormen van initiatief: go no sen (inititatief als reactie op het intitiatief van de ander), sen (gelijktijdig initiatief) en sen sen no sen (intitiatief voor de ander het neemt). Hoe het ook tot stand komt, wie het initiatief neemt, moet dat net zo resoluut en slagvaardig doen als het nemen van het besluit.

Moedig besluiten = moedig handelen. dat is de essentie van danko. Hoe meer ervaren iemand is, hoe gemakkelijker hij zal vertrouwen op zijn overweging, besluit en handeling.

Om die reden is judo zo geschikt als training in zelfvertrouwen. Zelfvertrouwen bouw je op en dat heb je niet na één les. Maar als iemand merkt dat hij vaker de juiste conclusies trekt uit observaties, en het doen op basis van het genomen besluit goed uitpakt, ontstaat vanzelf de situatie waarin hij meer gaat durven dan voorheen. Inderdaad, dat wordt een deugd - een deugd is immers een goede handeling die je vaker doet en die op die manier een tweede natuur wordt. Moed moet je hebben om te handelen, maar moed ontstaat ook na vaak adequaat gehandeld te hebben.

In relatie tot de moed om te handelen, moet ook weer de deugd van beheersing worden betrokken. Deugden hangen altijd samen. Moed kan ook 'overmoed' worden. Daarom noemt Jigoro Kano bij het bespreken van danko in één adem ook het principe tomaro tokoro o shire - weten wanneer je moet ophouden. Het juiste handelen is altijd een evenwicht tussen slagvaardigheid en terughoudendheid. Op de tatami leer je dat gaandeweg - in relatie tot de ander - door goed op te letten. judo kan ook op dat punt een levensles zijn, om balans te vinden in je handelen - net als op je voeten.
De hoeksteen van het judo is voor mij seiryoku zenyo. Seiryoku zenyo specificeert niet wanneer je pro-actief of reactief moet aanvallen. Omdat iemand eenvoudig zijn energie zo efficient mogelijk moet gebruiken. Ik denk dat dit precies is wat een groot judoka verheft boven de middelmaat. Een complex verstaan wanneer het gepast is om gedurfd aan te vallen of te wachten op de counter.
Gaijin Judoka, Judoforum juni 2008

Als je de twee principes leert - jukuryo danko en tomaru tokoro o shire - en leert hoe je zo correct moet toepassen, zul je er groot voordeel van hebben, niet alleen bij judotraining, maar ook in je rol als lid van de samenleving. (Jigoro Kano, Mind over Muscle  p. 121)


Groei als mens

Wie zo handelt, weloverwogen, slagvaardig en moedig, ontwikkelt een zelfkennis die je hele leven meegaat. Door jezelf in je omgeving te kunnen plaatsen, je met de juiste maat te verdedigen en aan te vallen waar nodig, groei je in assertiviteit en bescheidenheid. Je bouwt er een strategische visie door op, moedig en deugdzaam. Je wordt een aangenaam mens, zachtmoedig en flexibel, maar ook sterk en principieel - altijd afgestemd op wat nodig is voor het bepaalde moment. Je benut je energie (seiryoku) altijd optimaal, omdat je het strategisch hebt kunnen plannen en toepassen. Dat geeft een vrijheid van geest die je iedereen zou toewensen.

Judo helpt je om steeds te leren op die weg. Maar het wordt waargemaakt in wie je bent, en dat is in het gewone leven.

donderdag 5 december 2013

December - shiwazu 師走

De maand december is bij ons de feestmaand en dus heel druk. Met de Sint, met de Kerst, met de jaarwisseling. 

In Japan is dat niet anders. Daar is het zo druk dat de hele maand genoemd is naar de drukte. 

Shiwazu 師走 heet het daar.  Letterlijk betekent dat: "de priester loopt te rennen." Shi 師 is namelijk: priester, leraar, wijze. Wazu 走 = rennen. Dat wil niet zeggen dat meneer pastoor in deze maand in de fitness te vinden is, maar wel dat hij de nachtmissen moet doen. Nou ja, in Japan dus dat hij geen tijd heeft om rustig de sutra te reciteren.

Grappig, die taal en cultuur! Wat een overeenstemming met ons Nederland.

woensdag 4 december 2013

Daarom heb ik succes...


Tsja judoka, wij zeggen zo makkelijk: 'we hebben succes omdat we zo hard hebben getraind'. Is zeker waar. Meneer Jordan heeft echter nog beter begrepen dan wij, dat we het hebben omdat we zo veel leren van ukemi en mislukking. Fysieke en mentale ukemi dus. Nooit gedacht dat een basketballer zo veel judo spirit zou hebben...

zondag 1 december 2013

Intellectuele training (8) Slagvaardig handelen (danko)

Alles op een rijtje gezet:
Als je een open geest hebt voor wat je zorgvuldig observeert, zie je iets wat je kunt plaatsen door het met je herinneringen te vergelijken. Je stelt je voor hoe het zal zijn als het beweegt volgens bepaalde logische principes en daar anticipeer je op door... een duidelijke conclusie te trekken en daar naar te handelen. Jigoro Kano noemt dat principe jukuryo danko.  Het is: besluitvaardig handelen na zorgvuldige beschouwing
  • Jukuryo = alles goed afwegen (de zes punten van de afgelopen weken)
  • Danko = zonder uitstel handelen als je een beslissing hebt genomen (de twee punten die nog komen)
  • En als laatste moet je weten wanneer je moet ophouden...
Alles goed afwegen betekent: dat men een situatie goed inschat en voldoende moet onderzoeken, voor men handelt. Zonder uitstel handelen betekent: niet meer aarzelen, maar, wanneer men een besluit genomen heeft, dit onvervaard doorvoeren. (Kano, 1889, KJT2,129)
Besluiten

Sommige mensen kunnen geen besluiten nemen. Ze denken de openheid van geest te hebben om alles nog een keer te moeten overwegen, en nog zorgvuldiger te moeten bekijken. En nog eens. En misschien nog eens.

De dames en heren politici hebben daar ook een handje van - stellen liever een commissie in dan een knoop doorhakken. Maar er zijn ook mensen die wel willen verhuizen en er niet toe komen omdat aan elk huis wel iets mankeert. Of ze willen een nieuwe auto kopen, maar kunnen na stapels folders en eindeloze bezoeken met het hele gezin aan de autoboulevard nóg niet kiezen. Perfectie is iets om naar te streven, maar perfectionisme is een problematische geesteshouding. (Zoals bijna alle -ismen.)

Judo kan mensen helpen om die aarzelingen te overwinnen. Want in randori en shiai heb je altijd met iemand anders te maken die zijn beslissingen wel neemt als jij die niet neemt. In wedstrijden vliegen de shido's je om de oren als je niet kunt beslissen en dus niets doet. judo leert bovendien om het hele proces van voorbereiden, beslissen en handelen snel uit te voeren. Want het hele proces van kuzushi, tai-sabaki, tsukuri, en kake voltrekt zich als het goed is in een flits. Dan heb je niet meer de tijd om langer na te denken, of de ander heeft jouw aarzeling gezien en als antwoord het proces net iets sneller voltrokken.

Besluiteloze judoka of andere twijfelaars zouden maar eens moeten gaan snelschaken: schaken met de klok erbij. Want leren besluiten is vooral een kwestie van durven kiezen. Ja, dat betekent ook: moed hebben om risico te lopen. Bij een potje snelschaken vliegen de stukken in het begin om je oren. Maar als je er in traint, word je beter en kom je steeds meer zonder verlies van vitale stukken uit de partij - tot je een keer zelf zo goed bent en de ander schaakmat zet. Besluitvaardigheid is ook: léren besluiten en leren van je fouten.

Judo is in wezen hetzelfde. Wie vol moed randori binnengaat wordt de eerste tijd misschien voortdurend geworpen. Maar wie het maar lang genoeg volhoudt, wordt gaandeweg beter door groeiend inzicht en betere besluiten. Door vallen en opstaan ontstaat de vordering, als je maar kiest en doorzet - ook bij schijnbare langdurige tegenslag.

Om die reden zie ik het besluiten en handelen ook in relatie tot de kardinale deugd van moed. Mensen die geen keuze kunnen maken, zijn niet moedig maar laf. Alles steeds maar opnieuw willen overwegen is ook een kwestie van: geen risico willen lopen. Zo is het leven niet. Het gaat niet alleen om angstig zelfbehoud. Wie alles zeker wil weten, en altijd op safe speelt, doet niets en komt tot niets. Die krijgen een shido van het leven. Durf, moed, doorzettingsvermogen, volharding - het zijn allemaal deugden voor sterke mensen.

Judoka moeten moedige mensen zijn, die het risico durven lopen om geworpen te worden. Vandaag geworpen = vandaag geleerd en morgen beter. Wie vastbesloten is, gaat de uitdaging aan. Dat is moed.

De kans om een techniek toe te passen, krijg je maar één keer en nooit weer.
Dus: gebruik hem zonder aarzeling
(Kyuzo Mifune)
先 を取 る - saki o toru (het initatief nemen), eenvoudige woorden maar een moeilijk concept. In ieder geval is Judo pro-actief. Nage no Kata is daarbij een interessant voorbeeld. Is tori in een pro-actieve of re-actieve mentale staat? Dat is de sleutel. Mentaal, niet lichamelijk.
P. N., Judoforum 6-7-2008