zondag 31 augustus 2014

Okuri 送

We kennen in het judo twee technieken waarbij het woord Okuri 送 wordt gebruikt:
  • 送襟絞 Okuri-eri-jime
  • 送足払 Okuri ashi barai
Wat betekent nou dat kanji okuri 送?

Mij is wel eens geleerd dat het 'beide' zou betekenen. Want bij de beenworp worden beide benen weggeveegd, en bij de verwurging beide kragen gebruikt. Hmmm...

Het Japans kent helemaal niet 'beide' als vertaling voor okuri 送...
Wel kennen we in het judo voor 'beide' de volgende kanji:
  • ryô 両 (echt 'beide', twee, beide zijden)
  • moro 諸 (ook 'beide', maar meer als 'alle', volledig')
Wat betekent okuri 送 dan?

Dat is erg ingewikkeld. Mensen die echt wat van Japanse taal weten, zeggen dat de meest gangbare betekenis is: "zenden, sturen, begeleiden, overdragen". Er zit dus een actieve beweging in die door de één in gang wordt gezet, richting een ander, of een andere richting. 

Op een van de judoforums breken zelfs hogere danhouders zich er het hoofd over. Toch vind ik het eigenlijk niet zo ingewikkeld.

Bij okuri ashi barai lijkt het er op dat het secundaire principe van de worp (okuri), zoals die ook in het nage no kata wordt aangeleerd, niet zozeer zit in het benenwerk. Want daar is het worpprincipe het 'benen vegen' (ashi barai/harai). Het 'sturende' principe zit hem in het werk met de armen. Als er één techniek is waar uke als het ware wordt voortgeduwd, gedreven wordt door tori, is het deze. Tori geeft uke een richting en begeleidt hem met de armen. In het kata zien we zelfs dat hij uke van richting doet veranderen, tegen de normale beweging van het kata in (zijwaarts) ! De beste vertaling voor okuri ashi barai zou in die zin dan ook kunnen zijn: 'sturende beenworp'. Ik zou echter niet zo gelukkig zijn met het idee om het okuri-element in het voetenwerk te plaatsen. Want dat zou het 'harai'-element ondermijnen. Élke harai is namelijk glijdend, vegend, soepel over de mat. Dat is bij okuri ashi barai qua principe niet anders dan bij de ashi barai...

Bij okuri eri jime lijkt het wat moeilijker. Want waar gaat het okuri over? Er zijn uitvoeringen waarbij de kragen gewoon worden vastgepakt en beng-aftikken. Bij kantelingen met deze techniek kan dat zo eens voorkomen. Maar zo is de worp niet bedoeld. Tori 'manipuleert' de beide kragen van uke - letterlijk! Allereerst maakt hij ruimte met de ene hand, een geeft (volgens het katame no kata) de kraag aan de andere hand. Dat zou al een vertaling van okuri kunnen zijn. Maar dat is geen wurgprincipe als zodanig. Wat het wel is, is de glijdende beweging met de kraag, dat wil zeggen, terwijl de ene hand de kraag vastheeft, beweegt de andere hand met de kraag over de borst (richting de navel zal ik maar zeggen) en zo beweegt, stuurt hij de verwurging aan naar de voltooiing. Mij lijkt dat in dat laatste het okuri-element zit. Inderdaad, als deze verwurging goed zit, glijdt uke er door de beweging van uke's handen (én de optrekkende beweging in het katame-no-kata) in als een vis in het net. Hij wordt er als het ware 'in-gestuurd'. De redelijk gangbare vertaling met 'glijdende kraagverwurging' is dan ook behoorlijk correct.

Is dit een sluitende verklaring? Geen idee eigenlijk. Het Japans is een ingewikkelde taal, en binnen het judo wordt het ook nog een soort 'vaktaal'. De Japanse namen zijn echter geen leuk etiketje, maar betekenen iets van het principe. Altijd. Het blijkt ook voor judoka met een 7e dan of hoger echter geen Gefundenes Fressen te zijn, lees ik. Net zomin als de uitvoering van de techniek trouwens. Aangezien beide 'okuri'-technieken echter in Kano's basis-randori-kata zitten, kan men uit die grammaticale leer echter wél de taalkundige grammatica afleiden. Denk ik zo. Willen de échte deskundigen onder mijn bloglezers me corrigeren als ik er naast zit? Dank u!

woensdag 27 augustus 2014

Hard en zacht

Het nieuwe judoseizoen is weer begonnen in onze sportschool en hoewel ik de vakantie lekker heb kunnen doortrainen, ben ik ook weer blij dat ik de medejudoka van onze groep weer zie. Toch moet ik eerlijk zeggen dat ik benieuwd was of de vakantie veel ontspanning heeft gebracht in de zin van 'zachtheid' en 'soepelheid'. Want hoe vaak de sensei ook kan roepen 'niet op volle kracht' bij het begin van randori, het zit er blijkbaar in om knetterhard te willen vechten. Tsja. JU-do is iets van 'jū'?

Daarom even een reminder van de Stichter, ook voor de judoka van andere clubs die deze week of binnenkort beginnen.



De eerste twee zinnen zijn helemaal waar, dat wil zeggen: als het op spierkracht aankomt. Mentale sterkte is wat anders en dat is meer dan de helft in judo. In de groep voor de mijne, waar ik wel eens bij meedoe, zaten vorig jaar een paar 'zwakkere' judoka. Niet dat ze fysiek niet zouden kunnen meekomen, maar ze waren mentaal zwak. Geneigd om op te geven. Smoesjes om er niet helemaal voor te gaan en aan de kant te gaan zitten. Enkele meiden die meer hun haren goed deden dan knokken. Dan is het echt niet zo dat 'zwak' controle krijgt over 'sterk'.
Er is in die groep ook een jongen van 14 die ik echt goed vind. Hij is sterk, snel en bloedfanatiek, ik zou best eens tijdens randori door hem willen worden geworpen. Hij zou het bewijs zijn dat iemand die iets meer dan de helft weegt van mijzelf, een zwaardere en sterkere kan controleren. Maar dan moet hij wel komen trainen. Elke week. Want dat is zijn zwakke plek. Hij denkt dat hij zomaar soms een maand niet hoeft te komen oefenen. Deze week was hij er weer niet. Ook dat is mentale zwakte.
Ik ken ook iemand die zomaar Europees kampioen zou kunnen zijn als hij maar echt doorzette met trainen. Maar nee, hij mist de discipline om conditietraining te doen en al heeft hij dan alle talent en een geweldig judogevoel, hij komt niet verder als hij niet leert luisteren en verandert. Mentaal zwak domineert zeker niet mentaal sterk. Nooit.

Wel is het zeker zo dat je met zachtheid meer kunt dan met hardheid. Deze zomer oefende ik met een judoka de prachtigste worpen. Vooral armworpen. Tsja. Die vragen kracht in de armen om te kunnen sturen (daar komt het bij tewaza op aan natuurlijk) maar ook dat je samen enige soepelheid bewaart. 'Zacht zijn' op het juiste moment. Tewaza werken niet bij judoka die als 'kasten' zo breed en strak staan, dat alles verhardt, dan wordt het alleen duwen en trekken en daarom dat met name van de tewaza veel mooie technieken uitgestorven lijken - en de IJF regels doen dan de rest. Als een judoka omwille van de partner ook soepele zachtheid aan de dag legt, is dat zeker een deugd. Want dan leer je meer van bewegen en voelen dan van knetterharde spieren en kumikata als hydraulische grijpers.

Maar het ergste is als een judoka op het verkeerde moment zo hard gaat zijn. Dat is een ramp. En dat ontneemt op voorhand de lol van het hele judo. We hebben er een enkele in onze groep. Ik train niet graag met zo'n judoka. Als het alleen maar knetterhard afhouden is, zelfs bij uchi-komi training... in elke randori geen doorkomen aan, en bij elke worp de zachte controle over mij ontbreekt... dat is een ramp. Daar heeft de stichter het bij het rechte eind... Gelukkig is onze sensei deze week begonnen met nage no kata te trainen in onze groep, dan komt het gevoel van samen-bewegen er wat in! Ook voor degenen die graag stijve armen gebruiken.

Het klinkt misschien vreemd, maar ik vind het elke keer jammer als judoka afhaken die mentaal zwak zijn maar in de dop geweldige judoka en partner zouden kunnen zijn. Ik zou het heel jammer vinden als die jongen waar ik het eerder over had, door zijn gebrek aan discipline zijn ikkyu niet zou halen, want hij heeft het in zich. Maar als een judoka afhaakt die echt structureel op het juiste moment niet het verschil kan maken tussen hard en zacht, hang ik de vlag uit. We moeten alles verdragen op de mat, maar de juiste mate van hard- en zachtheid, maakt nu eenmaal wel het verschil tussen veilig en griezelig, tussen plezier en rampzalig.

zondag 24 augustus 2014

Een Japanse levensles


Een mooie website: omdenken. Maar het citaat van deze Toshiro Kanamori trof me nogal. Qua simpele ruimtelijke logica klopt het natuurlijk. Een leraar staat niet voor de deur, buiten, maar binnen. Maar qua pedagogische logica klopt het nog meer. Een leraar mag best echt 'leraar' zijn en moet soms ook nog de 'leider' kunnen zijn. Het onderwijssysteem waar de leraar alleen maar vriendjes met de leerlingen wil zijn, bevalt me net zo weinig als papa's en mama's die liever vriendjes willen zijn met de kinderen - in plaats van ouders. Maar als ouders alleen maar op afstand staan, klopt er ook iets niet met het gezin. Opvoeding betekent altijd ook nabijheid. En dan is het moeilijkste, om én nabij te zijn, én de noodzakelijke 'professionele' afstand te bewaren, voor ouders en leraren. Wie die balans heeft, kan best streng zijn of een pak met stropdas aantrekken, zonder 'te afstandelijk' te worden gevonden.

Het is dus de kunst om in een klas te staan, geliefd en gerespecteerd tegelijk te zijn. IN de klas, verbonden met de leerlingen. Een klik hebben. Een gevoel delen. Je hebt dat of je hebt dat niet.

Een goede ouder ontwikkelt al vanaf de kinderjaren zo'n natuurlijke band met de kinderen. Waardoor ze als dat nodig is, ook als ze in de puberteit komen, nog iets te zeggen hebben - ook als de hersenen van de kinderen neurologisch 'anders' gaan werken. Een goede leraar, zeker in het basisonderwijs, weet ook zo'n echte band op te bouwen met zo'n klas. Daarvoor is geen toverformule. Ervaren docenten hebben me eens verteld dat als ze een pabo-stagiair kregen, na één les al zagen of die 'het' had, de capaciteit om een emotionele band met kinderen te kunnen hebben.

Een echte judoleraar die 'sensei' is, brengt ook méér over dan alleen een reeks techniekjes. Hij staat zo midden tussen de judoka dat hij niet alleen hun judo aanvoelt, maar ook hun karakter, hun leven, en ook daarop kan inspelen. Judo en onderwijs willen een totaal-programma bieden. Voor het leven.

De Japanner wiens citaat ik als eerste aanhaalde, Toshiro Kanamori, is zo'n leraar. Hij is een bekend en geliefd leraar en pedagoog. Over hem werd in 2003 de onderstaande RVU-documentaire gemaakt. Zeer interessant mag ik wel zeggen. Het corrigeert het beeld van Japan alsof het alleen maar drillen zou zijn. Deze leraar, Toshiro Kanamori, legt de juiste accenten om met zijn leerlingen een band te hebben. Op emotioneel vlak. Hij wil ze opvoeden in een totaal levensprogramma. Waarin ze samen gelukkig kunnen zijn - geluk is immers niet egoïstisch bepaald in Japan. "Oog hebben voor elkaar leert om gelukkig te worden." Maar soms is hij ook echt streng (op 23:00 min). En toch willen de kinderen niemand anders als hun klassenleraar. Ja, de man is meer dan zijn spreuk. Hij staat midden in dat leven. In de klas. In het leven van de leerlingen. Zou hij soms ook judoka zijn?

woensdag 20 augustus 2014

Staande kansetsu waza, waarom niet?

Als ik naar deze video kijk, denk ik: zo simpel zou het moeten kunnen zijn. Wat een mooie techniek eigenlijk, en zo eenvoudig en effectief!



Trainingstip...?

Waarom trainen we eigenlijk zo weinig kansetsu-waza behalve in het echte newaza/op de grond? Katame-waza is heel iets anders dan newaza, en zulke filmpjes bewijzen hoe waar dat is.
Natuurlijk snap ik het 'veiligheidsaspect' maar zo is er wel meer moois uit het judo verdwenen.

zondag 17 augustus 2014

Tanren 鍛錬

Een Amerikaans weblog waar ik graag artikelen lees, had enkele maanden geleden een interessant stuk over Tanren (鍛錬), de Japanse kunst van het smeden van zwaarden. Ik ga het niet helemaal vertalen of herhalen, degenen die Engels lezen mogen zich er in verdiepen.

Tan-ren bestaat uiteraard uit twee karakters (kanji) met een eigen betekenis.
  • Tan 鍛 is: 'smeden' maar heeft volgens het lexicon ook al de betekenis van 'drillen, trainen'.
  • Ren 錬 is ook 'smeden' maar dan met de betekenis van 'verfijnen' of 'vormen'.
Samen zou je mogen zeggen dat het betekent: 'een fijn stukje smeedkunst maken', maar dus niet even snel een ding hameren, maar met geduld, toewijding, polijsten. Tanren is een kunstwerk.

Volgens de blogger is het geheim van Japanse zwaarden eigenlijk de imperfectie van het ijzer in de traditionele tijden. Ijzer met zand en koolstof, wat er geleidelijk uit moet. Ijzer wat zowel hard moet zijn, maar ook buigzaam. En wat dus 'gelaagd' wordt, zodat het sterk is, maar tóch niet breekt als er met volle kracht mee wordt gewerkt. Een hele eigen techniek, waarbij met veel geduld het enige juiste Japanse zwaard wordt gemaakt, wat dan ook een leven lang mee kan.

Wordt het zwaard daarmee 'volmaakt'? Hmmm nou als ik het Japanse ideaal van 'prefectie' goed heb begrepen is dat ook weer natuurlijk, en dus niet zó gepolijst dat het fabrieksmatige eenheidsworst zou kunnen zijn.  Vergelijk het ideaal van wabi-sabi 侘寂) in de kunst.

Toegepast op de budokunsten vergelijkt de blogger het trainen van budo dan met het stapsgewijs (gelaagd) verwijderen van de slechte gewoonten en technieken, en het beginnen met de basis. Zoals de judoka moet leren ademen, houding aannemen, bewegen op de mat, en vallen. Een harde training van jaren voorafgaand aan werpen of wedstrijden. Althans, zo zou het moeten zijn - deden we dat werkelijk, waren er geen judoka meer over uiteraard want de jeugd wil wedstrijdjes maken en winnen... snel kampioen zijn.

Hardheid en zachtheid

Toch geloof ik dat de Amerikaanse blogger iets fundamenteels vergeet. Het smeden van de judoka is (net als het zwaard) uiteraard een kwestie van onvolmaaktheden wegwerken. Maar in het judo spreekt me het denken aan die gelaagdheid van het zwaard wel aan. Judo is een combinatie van () en (剛), 'zacht' en 'hard' als we het kort-door-de-bocht vertalen. Anderen zouden het over yin en yang hebben, maar ik houd daar om de een of andere reden niet zo van.

Jû () en gô (剛) horen echter beide bij de judotraining. Training moet aan de ene kant knetterhard en gedisciplineerd zijn, want softies kweken heeft geen zin in judo. Beulen en zweten zijn best deugden in het judo, zoals de hamer genadeloos neerdaalt op het ijzer dat gesmeed moet worden. Dat is het fysieke element, zouden we mogen zeggen. Maar het element van jû hoort er ook bij, en dat is het buigzame, het soepele wat ook in het ijzer moet zitten, maar ook in de judoka. Dat is het mentale aspect van de judoka. Daarin zit zowel het plezier waar elke judoka mee op de mat moet stappen, alsook het meebuigen met elkaars energie en karakter, het partnerschap wat nooit hard en meedogenloos mag zijn. Daarin zit het element van sei-ryoku zen-yo dat een element van beheersing in zich heeft, en ji-ta kyo-ei wat de hardheid van het ik beperkt in relatie tot de ander. 

Een training die alleen maar drillend-hard is, alleen kan beulen, is dus geen judotraining. Judo moet smeden, verfijnen, beschaven. Zowel fysiek als moreel. Een gezond lichaam, in balans tussen discipline en ontspanning. Een gezonde geest, in balans tussen zichzelf en de ander. Judo is opvoeding, en dat betekent jû () en gô (剛)...

In die zin begrijp ik wel dat er nogal wat judoclubs zijn die zich Tanren zijn gaan noemen. Judo als training en opvoeding is een smeedkunst met mensen. Door ze knetterhard en zachtmoedig te vormen tot sterke persoonlijkheden die het gevecht van het alledaagse leven aankunnen. Winnaars die sterk staan, maar desondanks zelf en anderen niet breken, die kunnen buigen.

woensdag 13 augustus 2014

Kaeri-waza

Laatst kwam ik op een poster het begrip 'kaeri waza' tegen. Uiteraard werd mijn aandacht meteen getrokken. Na even goed kijken naar de plaatjes, werd me al snel duidelijk dat het daarbij gewoon gaat om wat we 'kanteltechnieken' noemen, en afhankelijk van de plaats waar tori zit bij zijn actie, wordt het dan 'yoko' (van opzij), 'kami' (er bovenop zittend) 'mae' (recht), 'ne' (van onderen).


Ik natuurlijk meteen graven, dat snap je. Wat is dat voor een woord, 'kaeri'?

Ik heb het Japanse kanji niet meteen in de titel gezet. Want of er zo veel van klopt, durf ik niet te zeggen. Als je gaat zoeken op 'kaeri waza' bij Google kom je in ieder geval niet veel tegen, behalve enkele Russische websites.

返る(werkwoord) is kaeru in het Japans en dat betekent zoveel als 'terugkeren, omkeren' (return).
返り is dan kaeri
Maar we kennen ook 返し, kaeshi, en dat gebruiken we in het judo vaker. Het is namelijk hetzelfde basiskanji 'kaeshi/gaeshi' (返) als in de bekende nage-no-kata-techniek 'sumi gaeshi' (隅返) die door Jigoro Kano in de vierde serie van de Gokyo is gezet.  

Kaeshi waza (返技) is een gangbare term in het judo (en andere budo). Er is zelfs een (non-Kodokan) Kaeshi no Kata (返の形) waarin een hele serie countertechnieken wordt gedaan.
Maar zouden we 返技 dan ook straffeloos Kaeri waza (返技) mogen noemen, hoewel dat in het Japans over hele andere technieken gaat?

Bovendien, kijkend naar de betekenis. Alles wat in het judo met Kaeshi waza (返技) wordt aangeduid, gaat over 'counters', reacties-op, overnames. Qua energie en beweging betekent dat altijd dat tori reageert op een beweging of techniek van uke. Wat doet uke bij de zogenaamde 'kaeri waza'? Niks. Hij zit gewoon als bokje en de 'kanteling', wat helemaal geen nette vertaling voor 返 is, reageert niet direct ergens op, behalve op een positie die in het grondgevecht kan bestaan, maar ook niet echt offensief judo is natuurlijk. 

Mijn 2 centen: bewaar de naam Kaeshi waza (返技) voor de oorspronkelijke judotechnieken volgens een zeker principe, en noem de kanteltechnieken gewoon... kanteltechnieken, maak er geen Japans sfeertje van, maar importeer wat mij betreft gewoon nog wat extra foefjes uit het BJJ. Want daar zijn defensieve posities in het newaza uitgangspunt voor mooie technieken. 

zondag 10 augustus 2014

Suwari Seoi Nage (2)

Vorige week begon ik met een uiteenzetting over seoi-nage en seoi-otoshi. Vrij fundamentele kost, hoewel het onderscheid door weinigen juist gemaakt lijkt te worden. Maar hoe komt men dan toch aan 'suwari seoi nage'?


Suwari 座り

Suwari is een Japans woord dat 'zitten' betekent. Maar om het helemaal verwarrend te maken, wordt hetzelfde kanji 座 niet alleen 'suwari' uitgesproken, maar ook als 'za'. En zo viel het mij meteen op. Want dat kennen we van de bekende zarei -buiging (座礼) aan het begin en einde van elke judoles: judoka in seiza (正座) gezeten, die buigen naar shomen, sensei, otagai, net wat men wil. Wat men er verder ook voor vertaling aan wil geven: het betekent 'zitten', een stabiele houding. Bekend is de kekkafuza 結跏趺座, de lotushouding. Erg stabiel.

aikido suwari waza irimi nage
In de oude Japanse gevechtskunsten (koryu) kent men de suwari-waza. Technieken die men staand kan doen, ook (of eerst) zittend uitvoeren. Zeker als men gewapend is, kan dit erg goed werken. In kime no kata bijvoorbeeld zijn enkele vormen van suwari-waza behouden gebleven. Het aikido kent het nog veel sterker, en daar is ook het typische bewegen over de mat in 'shikkô' een kunst op zich. Niet vanwege de beenspieren, maar vanwege de uitgekiende balans en de beheersing van de hara en de ademhaling uiteraard.

In het judo kennen we ook suwari-waza. Alleen is de bekende beginpositie van onze 'randori newaza' geen vergelijk met de technieken die het aikido (en andere) vervolgens vanuit die positie (en in snelle beweging) kunnen uitvoeren. Judoka kunnen op hun knieën gezeten gewoonlijk goed duwen en trekken, krachtige balansverstoringen doen, maar 'werpen'? Nou... wordt ons dat geleerd dan? Ik zou daar wel eens een les in willen hebben hoor! De uren die we besteden aan kanteltechnieken eens besteden aan geknielde technieken met en vanuit een aanval... (Tip?)

Suwari seoi-nage?

Bestaat er eigenlijk wel zoiets als een suwari-seoi-nage? Ja. Maar niet vanuit tachi-waza. Wat wij doen, een partij staand judo voltooien door een techniek op de knieeën... mua. Naar ik verneem was zoiets in de oude Kodokan-wedstrijden geen ippon waard. Uke zomaar over je rug rollen in plaats van keihard laten landen? Nee hoor. Aanvankelijk werd zoiets eerder beoordeeld als een ongepaste transitie in newaza. Eigenlijk is seoi-otoshi in essentie nog tachi-waza, omdat de knie op de mat alleen dient om het zwaartepunt van tori enorm te verlagen voor een echte otoshi-smijttechniek. Enkele grote judoka kunnen zelfs een seoi-otoshi doen zonder met de knieën de mat aan te raken.
Wat ik lees, is suwari-seoi-nage iets anders. Dat is een techniek waarbij tori echt gezeten is en van achteren wordt aangevallen (zoals oude koryu-kata bewaard hebben) en - paraat als hij is - razendsnel uke vastgrijpt, en... terwijl hij opstaat (meestal met één knie) zijn worp doet. 

Kijk, nu komt de logica van Daigo van pas. Seoi-nage is altijd: uke oplichten, op de rug laden en omhoog brengen, en dán werpen. Als uke staat, en dan op de knieën duikt, kán hij met sterke beenspieren (en perfecte beheersing van zijn hara) weer omhoog komen en uke oplichten. Het kán. Erg logisch is het niet. Maar dan is het dus gewoon een seoi-nage. Omdat hij dus staande begint, en niet in seiza zit, kan het volgens mijn beperkte kennis nooit suwari-waza worden en dus ook geen suwari-seoi-nage. Want het suwari-element gaat over de uitgangspositie...

Gevaarlijk voor de knieën

Het zijn sterke knieën die weelde kunnen dragen. Maar ook een uke dragen die niet goed uit balans is en dus met zijn volle gewicht op tori's knikkende knieën komt te knallen.  Aangezien veel judoka hun spieren intensief in de fitness trainen, vallen de blessures nog wel mee. Maar ik zou met mijn moeilijke benen me nooit wagen aan amateuristische seoi-technieken waarbij ik niet al op de knieën zit. Ik zou ook niet gemakkelijk omhoog komen voor een authentieke suwari-seoi-nage hoor, maar judoka die seoi-otoshi willen doen door op zijn Amerikaans 'drop seoi nage' te proberen, geven de knieën wel een opdonder. Daar zou ik me zelf niet meer aan wagen. Wél zou ik graag goed leren hoe ik een perfect getimede seoi-otoshi kon maken. Misschien wel gewoon op mijn knieën zittend. O wee, dan heb ik voor ik het weet een suwari-seoi-otoshi gedaan. Zoals voor de beginnelingen ook de suwari-kata-guruma aan te bevelen is. 

Duidelijk verhaal zo? :P

woensdag 6 augustus 2014

Blijven groeien

De laatste weken ben ik met een andere judoka technieken aan het oefenen die ik jááren niet meer heb gedaan, zoals de zeldzamere te-waza. Het is weer ontdekken van bewegingen en gevoel. Het gaat helemaal niet perfect. Verre van dat. Ik en mijn partner maken veel fouten. Bepaalde technieken zijn best bruut, en als je dan experimenteert en/of fouten maakt, is ook de ukemi die je neemt niet alleen 'leuk'. 

Maar hoe moet mijn judo blijven groeien als ik alleen maar de standaard-technieken doe die we in onze groep altijd doen? Helaas is de samenstelling van onze groep niet zo dat je alles kunt doen wat interessant is. Dan moet het maar zo. Niet perfect. Met fouten. Met vallen en opstaan. Maar ook met de lol van een groeiend gevoel. In judo en met deze medejudoka. Hajime!

zondag 3 augustus 2014

Suwari Seoi Nage (1)

Op de judoforums gaat regelmatig een draad over de bekende techniek in wedstrijden, waarbij tori op één of twee knieën valt en dan uke over zijn schouders slingert met een seoi-nage-achtige worp. Aangezien er judoka zijn die werkelijk menen dat deze techniek de enige is die ze graag proberen om onder het zwaartepunt van uke te komen (die uiteraard ver naar voren leunt met zijn bovenlichaam als hij met zijn benen buiten bereik van beenworpen blijft) is het een populair ding geworden. "Drop Seoi Nage" noemen de Amerikanen het. "Drop" omdat tori zich op de knie(ën) laat vallen. Jaja. Wat is het eigenlijk?

Vandaag een eerste technisch deel.


Seoi-nage of seoi-otoshi?

Allereerst moet men helder hebben wat het principe is van seoi-nage. Want als de knie(ën) op de mat komen, kan het namelijk ook een seoi-otoshi worden. Beide technieken kunnen dezelfde pakking gebruiken, 1) de 'ippon'-variant met één arm onder de oksel van uke; 2) de 'morote'-variant met beide handen, maar ook 3) de variant waarbij één hand de revers pakt en de andere om het been van uke gaat in één soepele draaibeweging, of zelfs 4) de omgekeerde pakking van ganseki-otoshi, waarover ik eerder schreef. Pakking is dus niet van belang, maar ook de beenpositie kan sterk verschillen. Wat maakt dan wél het verschil?

Toshiro Daigo (10e dan) mag het zeggen, ik vertaal een stukje uit zijn boek over de te-waza:
Beide technieken lijken in zoverre op elkaar, dat de partner op de rug wordt geladen. Maar ze zijn verschillend in de manier waarop hij geworpen wordt.
Seoi-nage: Uke wordt van onderaf op de rug geladen en opgetild en dan over de rechter schouder direct naar voren geworpen. Daarom is het ook dan seoi-nage als tori eerst beide knieën (of ook één knie) op de mat zet, maar dan de knie van de mat opheft en de heup naar boven brengt, en dus uke op de rug laadt en werpt. 
Seoi-otoshi: Terwijl hij uke op de rug trekt, gaat tori diep naar beneden, waarbij hij tegelijkertijd een of beide knieën op de mat zet en dan uke door een trekbeweging direct naar beneden over de rechter schouder werpt. 

Het is zeker moeilijk om in eerste instantie het fijne onderscheid te maken met betrekking tot het werpprincipe van deze beide technieken. Daarom is het belangrijk om het werpprincipe goed te bekijken en zo de naam van de techniek vast te stellen. 
In het algemeen functioneert het werpen als tori een knie op de mat zet zo, dat tori zijn lichaam diep naar beneden brengt en hij uke van daar direct naar beneden trekt. En omgekeerd functioneert het werpen zonder het neerzetten van de knie normaal zo, dat uke op de rug geladen wordt en opgeheven wordt. Daarom kan men van seoi-otoshi spreken als de knie bij het werpen op de mat rust, en van seoi-nage als uit een positie geworpen wordt waarbij de knie weer van de mat wordt opgeheven. (Toshiro Daigo: Wurftechnieken des Kodokan Judo, Band 1, Bonn 2009, p. 51)
Dat is duidelijk, en Daigo is in het Kodokan Judo een autoriteit die ook nog weet uit te leggen hoe het exact zit, een zeldzaamheid. Wie het kan lezen: kopen die boeken, maar dit terzijde.

foto Seoi Otoshi: Kodokan
Eigenlijk zijn dus bijna alle technieken die als 'drop seoi-nage' worden verkocht dan ook eigenlijk een doodgewone seoi-otoshi. Waarbij dan nog kan worden opgemerkt dat een staande tori uiteraard nooit een staande seoi-otoshi kan uitvoeren. Waarom niet? Nou, als hij een dwerg is die een reus werpt, misschien. Maar bij gelijke grootte? Nee hoor. Overigens is de schouder van tori geen 'as' (kantelpunt) bij seoi-otoshi, tenzij uke als een plank er overheen zou gaan. Maar zo is het dus niet, kán ook niet zoals de pakking is en zoals uke staat. Uke wordt echt 'gesmeten' en dat maakt het principe van seoi-otoshi.

Maar goed. Deze 'drop seoi-nage' wordt door sommigen ook suwari seoi-nage genoemd. Huh? Lees ik dat goed. Hahaha als we Daigo goed begrijpen, kán dat dus helemaal nooit!
Wat is dat dan, suwari seoi nage? Wordt vervolgd.