woensdag 28 januari 2015

Tai sabaki 体捌き (2)

Vorige week hadden we een hele fijne judoles. Niet alleen omdat we gewoon lekker trainden met elkaar, maar omdat ik vond dat de sensei een heel fundamenteel punt bij de techniektraining betrok: Tai sabaki 体捌き  - ik schreef er eerder over.

We hebben in onze groep nogal wat nieuwe aanwas. Fijn natuurlijk. Maar ga die maar eens een worp aanleren! Wat sensei erg goed deed, was de stapsgewijze opbouw om het ook écht te leren begrijpen. Een op zich simpele worp als koshi guruma. Hoe doe je die? Tot mijn niet geringe verbazing moesten we bij onze trainingspartner eerst goed leren stappen. Rechtervoet daar, lichaam op de juiste manier draaien, linkervoet bijplaatsen. Goed door de knieën zakken. Balans houden, balans verstoren. Heel basic. En dan op het laatst pas werpen. Dat de worp uiteindelijk prachtig ging, mag niet verbazen. Veel geleerd... en het zou zo vanzelfsprekend moeten zijn!

Maar tai sabaki gaat uiteindelijk over tai 体. Het hele lichaam. Body shifting-body control. De juiste stappen zijn belangrijk, maar de balans van het hele lichaam wat draait, dáár gaat het om. Die balans verlies je als je verkeerd op je voeten gaat staan.

screenshot
Een Engelstalige Japanse website heeft er een mooi stukje over geschreven met goede uitleg over de vier vormen van tai sabaki die we in het judo gebruiken. Met een mooie flash-animatie er bij. Zeer aanbevolen.

zondag 25 januari 2015

Mythen en judo: zin en realiteit

Hoe zijn de Japanse gevechtskunsten ontstaan? Volgens de overlevering was dat omdat een monnik, Bodhidharma (482–539)  enkele monniken van het Shaolin klooster (op de 'Berg van het Berenoor' in het Sung-gebergte) in een slechte lichamelijke staat aantrof. Meditatie kan ook lui en stijf maken, zeker als je niks anders doet. Bodhidharma introduceerde dus gevechtkunsten als middel om beter te kunnen mediteren. Daaruit zijn uiteindelijk kempo, kung fu en karate ontstaan. 

Willen we ook wat traditionele verhalen over het ontstaan van het judo? Of beter nog: aikido. Want Morihei Ueshiba heeft een soort goddelijke openbaring ontvangen, of niet?

Geloven we al dat soort mythen? Zou er een kern van waarheid in zitten? Dat gevechtskunsten ontstáán zijn om een betere balans tussen geest en lichaam te vinden, een yin en yang experience?

Wat het ook is, bij de Action kopen mensen massaal boeddhabeeldjes, of ze hangen een rozenkrans om, terwijl ze zeggen nergens in te geloven, niet in het boeddhisme en niet in Maria en Jezus. Zeggen ze...

De betekenis van mythen

Godsdienstpsychologen en alle psychologen in de school van Carl Gustav Jung, hebben gewezen op de nuttige en vormende werking van mythen. Wij westerse en verlichte mensen denken al heel snel: 'verzonnen verhaal = niet waar'. Terwijl het helemaal niet gaat om de waarheid van een verhaal, maar over de zin van een verhaal. Heel veel overleveringen, boeken, geschiedenissen, maar ook sprookjes, legenden, rituelen en tradities hebben een betekenis omdat ze iets zeggen over het leven van nu. Niet létterlijk, maar in een symbolische betekenis. 

De psychologie toont aan dat dit een oer-behoefte van de mens is: zingeving. Waar deze ontbreekt, zoeken mensen naar nieuwe mythen om die behoefte te bevredigen. De sprookjes van de Romantiek (Gebroeders Grimm 1810-1850, verbeeld in de Efteling) waren een reactie op het rationalisme van de Verlichting. De 'romantische' bouwstijlen (ook nu) een reactie op de ongeborgenheid van het functionalisme in de bouwkunst. 'Ongelovige' jeugd heeft tóch behoefte aan Harry Potter en de oermythes van de overwinning van het goede op de 'duivel' Voldemort. Enzovoorts. Pas op als mensen zeggen nergens in te geloven, want als je een beetje graaft, vindt de psycholoog zó waarmee het vroegere geloof gecompenseerd wordt met een 'nieuw' geloof.  De mens kan nu eenmaal niet tegen leegte, of het ontbreken van antwoorden op oervragen van het bestaan. Mythen geven 'Verlichting', Bodhi in het Sanskriet en Boeddhisme. Jazeker, Bodhidharma is ook een legendarische naam, vraag vooral niet 'Heeft hij wel echt bestaan?' Dat soort vragen brengen leegte.

Mythen rondom martial arts

Mythen rondom gevechtskunsten hebben meestal twee belangrijke doelen.

1) Ze willen 'aantonen' dat de gevechtskunst niet zomaar een nieuwtje is, maar iets wat geworteld is in eeuwenoude tradities. Zeker voor Japanners, die net als alle Aziatische culturen een diep respect hebben voor voorouders en overleveringen en rituelen, is de oudheid (of zelfs een goddelijke inspiratie) iets wat eerbied en toewijding opwekt. En vooral dat laatste is belangrijk, ook bij judo. Hoe ouder de traditie, hoe sterker het verhaal erbij, hoe dieper de judoka in zijn weg kan binnengaan, gedragen door zoveel eeuwen. Zo is judo dus meer dan sport, maar een weg door de hele geschiedenis.

2) Ze leren een moraal. De Japanse vechters, de latere Samurai en vele beoefenaars waren geen rustige heiligen. De hele Japanse geschiedenis is vol van geweld. Door het gevecht te beschouwen als geworteld in vreedzame systemen, Taoisme, monnikendom, 'temt' men als het ware het oergevoel van (mannelijk) geweld. Zoals bijna alle religies ook een temperende factor hebben op het menselijk temperament, en ook wij nu nog allerlei spreukenpagina's op Facebook hebben om ons leven op vreedzame paden te leiden. Spreuken uit allerlei mysterieuze oosterse bronnen en mythen. Daarom willen 'ongelovigen' soms ook boeddha's en Jezus-beelden. Het geeft rust en vrede. 

Samen geven deze twee elementen mede 'zin' aan een menselijk bestaan vol tegenstrijdigheden. Mensen moeten klaarkomen met het element 'tijd', de oervragen rond het geboren-worden en sterven, en al die periodes. Door ze te wortelen in tradities, staan ze steviger. Mensen moeten klaarkomen met hun gebrokenheid, waardoor ze dingen doen die ze eigenlijk niet (moeten) willen. Door ze te wortelen in morele tradities krijgen ze een vaste basis om goed en kwaad uit elkaar te houden en het goede te doen. 

Bovendien geven de 'gevechten' op leven en dood in de martial arts de beoefenaar een kick van onsterfelijkheid, zoals ik op 21 december jl. al schreef. Daarmee dragen ze bij tot een gevoelsmatige overwinning op de oer-vijand, de dood.

Daarom dat Jigoro Kano wel degelijk meedeed met de mythen van Japan. Hij was er zelf in geworteld, maar hij zag - hoe verlicht/westers hij ook was - ook de opvoedkundige betekenis van rituelen en overleveringen. Daarom dat judoka allerlei kleine tekenen van rei bewaren en buigingen doen. Dat is geen onzin. Staande in mythologie en traditie, probeert het judo het geweld te temmen door partnerschap en wederzijds respect/eerbied/vriendschap. Met dat in gedachten, en de noodzaak van een ideaal in de wereld tussen de wereldoorlogen, kwam Kano tot het doel van Jita Kyoei.
Mythen zijn geen geschiedenis, maar ze veranderen de geschiedenis door ons uit te dagen naar een ideaal te reiken. Zonder idealen hebben we niets om naar te streven. En ze laten ons zien waarom het de moeite waard is een gevechtskunst te beoefenen. (Keith Vargo)

woensdag 21 januari 2015

"Judo moet begrepen worden om te worden gewaardeerd"

Judo beperkt zich niet tot zijn Olympische uitdrukking, maar judo blijft een martial art, judo is meer dan een sport, alle technieken van de Gokyo maken deel uit van het judo erfgoed en moeten altijd worden aangeleerd. Dat is ook het geval met de ”kuatsu“-technieken (om iemand weer bij te brengen), en "articular mobilizations" die veertig jaar geleden werden beoefend door scheidsrechters en judoleraren, maar die nu verboden zijn in sommige landen. Het mag dan wel verboden zijn ze toe te passen, maar de kennis daaromtrent is deel van het judo-erfgoed en mag zeker niet worden vergeten.  De scheidsrechters zijn de hoeders van de fysieke, culturele en filosofische uitdrukking van het judo. 

Judo moet begrepen worden om te worden gewaardeerd.
Rara waar zou dit citaat vandaan komen? Een stellingname van een traditionele judoka? Iets uit de sfeer van de Japanse 'judo renaissance'? Nope. Het komt uit de officiele versie van de IJF judo-scheidsrechters-handleiding 2014-2016, blz. 5. (PDF) Uitgebracht 10 november jl. 

De laatste zin drukt alles uit: "Judo moet begrepen worden om te worden gewaardeerd." Judo must be understood to be apprecciated. Van scheidsrechters (maar ook van judoka en judoleraren) wordt een diep begrip gevraagd van judo in al zijn facetten en tradities. Men mag zich niet beperken tot een oppervlakkige benadering, of alles wat niet wordt toegepast in wedstrijden ook niet meer willen weten. Dan krijg je geen beeld van het complete judo. En zul je er nooit echt van gaan houden.

De aansporing om alle 40 technieken van de Gokyo aan te leren en te bewaren, komt geen moment te laat. Uitgerekend de IJF heeft een aantal van deze oorspronkelijke technieken 'verboden' voor wedstrijden (zoals kata guruma) met als gevolg dat ze ook 'vergeten' dreigen te worden in de dojo. Dat daarmee het judo-erfgoed én de bijbehorende principes worden vergeten, is een amputatie van het judo. Gelukkig dat de IJF nu zelf aangeeft en erkent dat zo'n beperking tot een soort wedstrijdjudo niet de bedoeling is. 

Verder zijn er rond het judo nog andere technische tradities, zoals de Kuatsu/Kappo (活法) waza, waarover ik eerder heb geschreven. En die "articular mobilizations" zijn methoden om botten en ledematen te behandelen, zeg maar: behandelingen van botten en ledematen die nu door fysiotherapeuten worden gedaan, maar die oorspronkelijk direct werden toegepast door ervaren sensei. Ik zie mijn eigen sensei zulke dingen ook wel doen, hij heeft die kennis ook nog. Mag allemaal niet weg van de IJF!

wat een nobele taak! :)
En laat de scheidsrechters nu ook eens een positieve taak hebben, niet alleen die van boeman. Want zij zijn de hoeders van het judo-erfgoed! Laat ze er bij de JBN-scheidsrechtersopleiding meteen werk van maken, want het verzacht de ondankbare taak ten zeerste als er zo'n nobele doelstelling bij komt!

Laat iedereen die het oorspronkelijk judo een warm hart toedraagt, ook deze IJF-regels in zijn hart sluiten. Kudos voor de IJF deze keer.

zondag 18 januari 2015

Hoe groot mag de groep bergbeklimmers zijn?

Vorige week schreef ik over de sensei als de 'berggids'. Het lijkt me een goed beeld.
Ik schreef over de archetypsiche Mr. Miyagi als de Hollywood-sensei bij uitstek.

Ik kijk echter ook naar de realiteit van de gemiddelde sportschool. Waar de schoorsteen moet roken en waarvan de JBN ledenaantallen wil zien. Het moeten grote getallen worden. Dat levert geld op, dat is een talentenvijver, dat is 'goed voor het judo'.

Hoeveel leerlingen had Mr. Miyagi eigenlijk?
Hoeveel bergbeklimmers kan een goede berggids hebben?

Ik zou bijna willen zeggen: hoe steiler de berg, hoe taaier de weg, hoe minder leerlingen een goede sensei kan hebben. Kán hebben. Ja, hij kan een volle sportschool hebben. Maar iemand naar de top van de judoberg brengen? Is dat niet bijna een één-op-één coaching? Moet de sensei niet bijna elke stap in de gaten houden om te zorgen dat de judoka niet in het ravijn valt?

De praktijk is ook zo. Echte topcoaches hebben slechts enkele topjudoka onder hun hoede. Meer kan niet, want dan verslapt de onderlinge band, verwateren de prestaties en wordt alles middelmatig. Een sensei kán nu eenmaal niet alles zien, net zomin als een coach bij grote toernooien meer dan 2-3 judoka kan coachen zonder assistent-coach - anders moet hij vaak op 2 matten tegelijk coachen...

Kwaliteit van coaching vraagt van de sensei dat hij niet iedereen aanneemt die zich aandient. Een volle sportschool betekent vaak: gemiddelde kwaliteit. Zoals een grote groep bij één berggids waarschijnlijk ook betekent dat die berg geen topper is. In de praktijk zal een judo-sensei in zijn school één of enkele echte toppers hebben waar misschien 70% van de aandacht naar toe gaat. Andere judoka zullen zich dan zeker tekort gedaan voelen. Het is niet anders want het kán niet anders. De gewone judoleraar die grote groepen leuk judo geeft op gewoon niveau, zal al zijn pupillen bij naam kennen, en meteen weten wie hij mist als er eentje twee weken niet geweest is. Tot een zeker niveau kan dat. Wil hij echter in een grote groep één of enkele toppers laten opkomen, moet hij zich op hen kunnen specialiseren. Daarom zijn de échte topselecties in sportscholen ook nooit groepen van 40 judoka tegelijk. Waar men dat wel probeert, staan zeker meerdere 'berggidsen' op de mat om dan samen de weg naar de top te gaan...

Ik hoop daarom dat men bij de JBN beseft dat centraal trainen goed is voor de uitwisseling en trainingspartners, maar dat de top pas bereikt wordt als de judoka een eigen sensei kunnen hebben, hun eigen berggids waar ze zich veilig bij voelen. De combinatie is topjudo. Denk ik...

woensdag 14 januari 2015

Vrienden maken

Wij hebben in onze judogroep voor de kerstvakantie een paar nieuwe judoka mogen verwelkomen, en ook nu na de vakantie weer. Ik ben daar enorm blij mee, want hoe meer gevarieerde trainingspartners, hoe beter. Maar een gemengde groep met gewone judoka en G-judoka is bovendien een speciale uitdaging om het voor iedereen leuk en aantrekkelijk te houden. Zeker omdat sommigen die wel fysiek 'gewoon' in elkaar steken, toch mentaal wel eens wat extra aandacht nodig hebben, is het extra belangrijk om de sfeer onderling goed te hebben. Judoka die soms iets 'anders in elkaar zitten dan doorsnee', hebben extra hartelijkheid nodig om zich thuis te voelen in een groep.

Ik weet van een andere judoclub waar een goede maar gevoelige judoka zich in de groep nooit opgenomen voelde. Men was niet aardig tegen hem (en elkaar), eerder lomp en ruw. Hij is gestopt met judo. Hij kon de sfeer in de groep niet verdragen, niet omdat die groep als zodanig niet goed was of slechte trainingen deed, maar gewoon omdat hij zich nét niet welkom voelde zoals hij wilde judoën. 

Ik vind het persoonlijk dan ook een uitdaging om met nieuwe judoka vanaf het begin vriendschappelijk om te gaan, en ze het gevoel te geven dat ze meer dan welkom zijn. Om een brug te slaan. Zeker als de nieuwe judoka wat kwetsbaarder oogt, is extra attentheid belangrijk. 

Wat kun je bijvoorbeeld doen? 
1) Als er iemand nieuw is en/of komt kijken, uit je eigen groepje treden waarmee je normaal optrekt, om de nieuwe judoka tenminste te begroeten, je voor te stellen, en een praatje mee te maken. Kijken of een ander wat loskomt, wat een teken zou kunnen zijn dat hij zich thuis voelt. Dat eerste contact is vaak bepalend. Ik ben eens gaan kijken bij een aikido-groep maar mede omdat iedereen daar alleen met zijn eigen 'vrienden' bezig was en niemand met mij praatte, ben ik nooit meer teruggegaan, zelfs niet om te kijken. Een nieuweling voelt meteen of een groep open of gesloten is, en dat is niet alleen voor de gezelligheid belangrijk, maar ook om in een training te kunnen ingroeien.

2) Train uitdrukkelijk met de nieuwe judoka en nodig ze ook uit voor randori, en daag ze uit om je te laten zien wat ze kunnen. Laat je eigen 'favoriete' trainingspartner maar eens met een ander judoën zodat de nieuwe nooit aan de kant hoeft staan - tenzij hij dat zelf wil om even op adem te komen. En prijs de nieuwe judoka voor wat hij meteen goed doet, dat voelt dan voor hem ook prettig bij het leren van nieuwe dingen.

3) Bij het trainen de nieuwe judoka tegemoet komen. Niets is zo vervelend om in een bestaande groep binnen te komen en nog geen enkele techniek te kennen die anderen al jaren doen. Niet om dan meteen de leraar uit te hangen, maar wat is dan normaler om wat extra uit te leggen wat je samen doet, en extra op te letten op de veiligheidsaspecten van het vallen. De ander op zijn gemak te stellen bij het valbreken, of de basistrucjes die iedereen al lang kent, gewoon te vertellen.

4) Deel met elkaar ook vreugde en verdriet. Als een van de judoka jarig is (geweest), wordt er getrakteerd en gezongen. Als er iemand ergens om treurt, wordt dat vaak gedeeld met degenen waar je je bij thuis voelt. Om dan even een extra schouderklop te kunnen geven.

Of andere judoka zelf zo aardig en sympathiek zijn, is niet van belang dan. In elke dojo zijn judoka die je wel of niet mag. Maar het is zo'n kleine moeite om zelf gewoon aardig te zijn tegen iedereen, behulpzaam, vriendelijk. Voor een van de nieuwe judoka had ik bij zijn eerste optreden een leen-judogi geregeld bij de leraar - ik weet immers de weg in het magazijn. Het was voor deze stoere maar toch ook nog onzekere nieuwe judoka nét dat wat hem over de streep trok om echt de mat op te stappen. Na de les bedankte hij uitdrukkelijk voor die hulp. Of hij judo echt leuk blijft vinden, zal de toekomst uitwijzen, maar bij de tweede les voelde hij zich al vrijer, dat kon je goed merken. De nieuwe judoka moet niet het ijs voor zichzelf hoeven te breken, dan moet je wel heel sterk zijn.

Het leukste is als je door de training ook echte judovrienden kunt maken. Waarmee je dan meer deelt dan alleen op de mat. Was judo daar niet mede voor bedoeld? Vrede bouwen, bruggen slaan tussen mensen, elkaar gelukkig maken. Via eenvoudige dingen in een dojo kun je in het klein zo veel doen!

zondag 11 januari 2015

Sensei 先生

"Degene die zijn sensei beschouwt als een alwetende wijze of goeroe die de verborgen geheimen van het leven kent, is meestal een kind in zijn emotionele ontwikkeling, of gewoon lui." (Dave Lowry)
Daniel-San uit de beroemde archetypische Karate-Kidfilms was zeker een bang kind en lui. Dat maakte de rol van Mr. Miyagi ook zo geniaal. Maar is dát de sensei die wij ons moeten voorstellen? In de praktijk is onze judoleraar helemaal niet geboren in Okinawa of opgegroeid onder supervisie van een 'judogod', maar gewoon een gewone Hollandse vent die in veel gevallen zal zeggen: "Noem me maar gewoon bij de voornaam, niks sensei!"

Een sensei (先生) is in het Japans een leraar. Morihei Ueshiba (de stichter van het aikido) liet zich in alle bescheidenheid zelfs de 'grote leraar' noemen (Ō-sensei (翁先生), maar letterlijk betekenen de karakters 先 en 生 respectievelijk 'voorop, aan de spits' en 'het leven'.

Daarom bevalt me een ander beeld van de 先生 wel: de berggids. De budokenner Dave Lowry gebruikte dat eens.

De berggids helpt de jongere bergbeklimmer de weg te vinden en veilig de top te bereiken. Hij gaat voorop. Maar de beklimmer loopt zelf, de berggids helpt hem slechts vooruit te komen. Het woord 'coach' als vertaling past dan ook misschien wel beter, want 'coaching' is letterlijk: begeleiden, meenemen in de goede richting. 

Een goede sensei in het judo begrijpt precies wat de moeilijkheden zijn op de weg naar boven. Hij blijft motiveren, ook als het koud, donker en steil is. Hij weet wat de ravijnen zijn, waar je veilig moet klimmen omdat je anders te pletter valt. Hij weet hoe je een blessure moet vermijden of verzorgen. Hij kent de kaart en navigeert. 

Wat mogen we nog meer verwachten van een sensei? Dat hij jouw veiligheid en groei voorop stelt. Het moet daarom een integere mens zijn, onzelfzuchtig en met liefde voor zijn pupil. Hij moet de deur voor je openen en je motiveren zelf binnen te gaan en stappen te zetten. Je mag niet van hem verwachten dat hij almachtig is. Als je naar hem kijkt, moet hij je uitdagen dat je niet alles van hem verwacht maar wel steeds meer van jezelf.

In die geest: sensei ni rei !

vrijdag 9 januari 2015

"Je ne suis pas Charlie" ofwel de vraag naar respect en vrijheid.

Na de vreselijke aanslag in Parijs staan velen op om hun solidariteit te betuigen met de slachtoffers, met zwarte plakkaten "Je suis Charlie". Uiteraard veroordelen alle weldenkende mensen het brute geweld, en moet deze vorm van fundamentalistisch extremisme worden uitgebannen. Heldere zaak, dat vind ik ook. Daarom ben ik gisterenavond ook naar een gemeentelijke demonstratie geweest, zij aan zij met de burgemeester. In de hoop dat we kunnen bijdragen aan een cultuur van vrede en respect, zonder geweld.

Wat is vrijheid?

"alle religies de pot op"
Maarrrr.... Als judoka en als mens vraag ik me wel af, waar ik solidair mee ben. Met de 'vrijheid van meningsuiting'. Uiteraard. Met de vrijheid van elke mens. Uiteraard. Maar als ik kijk naar de stijl van Charlie Hebdo, dan denk ik: "maar hier kan ik ook niet achter staan". Als ik kijk naar bijgaande illustratie, zie ik zelfs weer een anti-Joodse uiting waarvan ik dacht dat we daar na 1945 overheen waren.  Mag 'satire' alles?

Wat is vrijheid? Is vrijheid een vrijbrief om te doen en te laten wat je wilt - zonder rekening te houden met de gevoelens van anderen? Is dat je eigen (morele/liberale) superioriteit onbegrensd laten gelden?
Wat is geweld? Is dat het schieten met automatische geweren, of kan geweld ook door een pen worden veroorzaakt, of door woorden? 

Wij hebben dojo's vol (soms jonge) mensen die kwetsbaar zijn, die in hun leven al heel veel 'geweld' hebben moeten verduren. Niet van geweren, maar van woorden en gebrek aan respect en liefde voor datgene wat hen ten diepste dierbaar is. Wie ze zijn, waar ze voor staan, waar ze in geloven. Wat zomaar, zonder reden, vertrapt wordt door anderen. Schelden doet wél pijn, woorden kunnen wél verwonden. Het pesten en treiteren via sociale media en smartphones werken alleen zo: met woorden. Harde woorden. Karikaturen, vooroordelen, 'humor'... Al die kwetsbare mensen zijn gewond omdat anderen meenden de vrijheid te hebben om hen van alles aan te doen...

Respect als levenshouding in alles

Judo is volgens mij een weg waarin niet alleen rei wordt gezegd aan het begin van de les, of moet blijken uit respect op de mat, maar met een houding in heel het leven. Een houding waarbij fundamenteel het gevoel en het leven van een ander op de eerste plaats komt. Waarbij technische en/of psychische superioriteit nooit wordt gebruikt om een ander de mat/grond in te boren, maar om de ander mee op te bouwen. Jita Kyoei: wij mensen komen sámen tot bloei. Daarom vinden kwetsbare mensen baat bij judo. Omdat ze daar een veilige omgeving mogen vinden waar ze kunnen zijn wie ze zijn. Met respect en eerbied voor de persoon. Dát is waar ik voor sta.

Iedereen mag persoonlijk vinden dat religie achterhaald is, of zinloos. Maar wie heeft het recht om dan in naam van de 'vrijheid' mensen die religieus zijn de grond in te trappen? Moslims, christenen of joden? Wie heeft het recht te beledigen wat hen dierbaar is? Hebben wij het recht om de Koran, de Bijbel of de Joodse Torah als wc-papier te bespotten? Moeten we lachen om grappen die ten koste gaan van anderen? Is belediging óóit 'humor'? Mag satire alles? Is dat een 'liberale' levensinstelling? Niet de mijne hoor!
Vrijheid is volgens mij fundamenteel begrensd door de persoon van de ander.  Beheerst zijn in wat we doen én zeggen. Dat geldt in de dojo, maar zoals judo bedoeld is: ook in het alledaagse leven. Wij vechten tegen elke vorm van geweld, tegen de kogels van fundamentalisten, maar ook tegen de belediging van mensen door woorden. Bij alles wat we doen, zou een judoka zich mogen afvragen: dien ik daarmee het nut van anderen en de samenleving, of doe ik die teniet? 

Dus...

Daarom keer ik mij af van elke vorm van geweld, in woord en geschrift, met wapens en aanvallen. Ik wil opkomen voor de vrijheid van meningsuiting, maar geloof ook sterk dat die vrijheid wordt beperkt door het respect voor de mening en het leven van een ander, welke die ook is. 
Onbeperkte vrijheid bestaat niet, dat ontaardt altijd in geweld tegen anderen. 
Wij moeten ons beheersen in woord en daad. Dat móeten we, dat is een kostbare plicht voor de samenleving. Alleen vanuit dat besef van vrijheid kunnen we samen tot bloei komen in de geest van ons judo. De geest van Charlie Hebdo is dan ook niet de mijne, het scherpe tekenpotlood heeft zeker mensen verwond. Niet terecht om dan te gaan schieten natuurlijk. Wel terecht dat mensen zich er door beledigd voelen en daar pijn van voelen. Mag dat bij het drama van nu ook nog gezegd worden?

Derhalve: je ne suis pas Charlie. Ik ben te liberaal om het leuk te vinden, de vrijheid van alle mensen is mij te lief...

De uitvinding van humor? Onschuldig lachen of "olie op het vuur gooien"?

woensdag 7 januari 2015

'Toka ebisu' 十日戎

'Toka ebisu' 十日戎 is een festival dat vooral in West Japan in de streek van Osaka en Kobe op 10 januari elk jaar wordt gehouden. 'Ebisu' is een van de zeven goden van het geluk en het is een god die een vishengel in zijn hand heeft en een zeebrasem omklemt en glimlacht. Het wordt gezegd dat 'ebisu' van een verre zee afkomstig is en de mensen blij maakt. Het is tevens de god van de visserij en de welvaart, speciaal in Osaka. 
Op de feestdag koopt men "bamboe gras" dat bedoeld is om de mascotte van het festival mooi te maken, en men stelt het tentoon op zijn werk. Tijdens het festival is van 9 tot 11 januari komt er ongeveer een miljoen mensen naar de Imamiya Shrine in Osaka. Daar zeggen de mensen dan niet "touka ebisu" maar "ebessan". Dat is hetzelfde ´san´ wat Japanners gebruiken als ze 'san' zeggen na de naam van iemand. Voor de mensen in Osaka is het typerend dat men op een humoristische manier voelen dat hun god dichtbij is, en dat ze elkaar zo vriendelijk bejegenen. (Osami op ´Japanese Culture en Style´)

Wat ik interessant vind aan dit culturele verhaal over Japan, is de verwevenheid van een aardse manier van religiositeit met de natuur. Als je zoiets leest, snap je weer beter waarom juist in Japan andere openbaringsgodsdiensten weinig voet aan de grond krijgen. Religie is er aards. Rituelen staan dicht bij de natuur. Vriendelijkheid wordt gebaseerd op rituelen en voedsel.  Het is een land met een cultuur die wij niet kunnen begrijpen als westerling, er alleen met een vriendelijke glimlach naar kijken.

zondag 4 januari 2015

Mei 名 of: zijn wie je bent

Een collega van mij was afkomstig uit India en op een keer gaf hij mij een visitekaartje wat hij in India gebruikte. Ik moest een beetje glimlachen. Echt ál zijn titels en functies stonden er op vermeld. Wat leek mijn eigen kaartje opeens een miezerig ding. Ik heb er alleen mijn naam, functie en adresgegevens op staan...

India is net als Japan een standenmaatschappij, waar rangorde en hiërarchie heel belangrijk zijn. Je bent niet zomaar wie je bent onder het motto 'het maakt niet uit als je maar lekker in je vel zit'. Je bent je functie, je afkomst, "de leerling van (meester) en gegradueerd op ... universiteit". 'Gelijke mensen, gelijke kansen', is geen Oosters idee, maar een Amerikaans concept.

Mei 名

Als je dus in Japan een visitekaartje uitwisselt, is dat uiteraard een compleet ritueel met eigen etiquette. Je geeft niet zomaar een kaartje, maar een meishi (名刺) (die zorgvuldig in een leren etuitje, een meishi-ire (名刺入れ) wordt bewaard) en met beide handen aan de bovenhoeken wordt vastgehouden bij de overhandiging, waarna het zorgvuldig wordt gelezen door de ontvanger en met een buiging begroet. 

Mei (名) is dan ook niet alleen je 'naam', maar in het Japans ook je 'roem' en 'faam'. De meeste verbindingen met het kanji gaan over beroemdheid, uitblinken en meesterschap. Mei kan met andere kanji (名士) dan ook 'ster', beroemdheid, betekenen... Je 'naam' is dan ook in dubbele betekenis: je 'goede naam'.

Judo en reputatie

Judo als Japanse levenswijze blijft op de een of andere manier altijd schatplichtig aan de eigen tradities en wortels. Dat zie je al aan de hiërarchie waarmee de dojo is ingedeeld, met de kamiza, joseki en shimoza. Alles en iedereen moet met respect worden bejegend - wat op zich heel goed is! - maar de buiging kan ook al vereist zijn omwille van iemands 'naam' (mei) ook al is hij een kl#$tzak die judotechnisch geen deuk (meer) in een pakje boter slaat. Maar wél zijn rokudan van de Kodokan heeft, overhandigd door ...-sensei.

Bewust of onbewust doen we in het judo hetzelfde als het gaat om onze 'prestaties'. Niet alleen wordt er graag vermeld wat onze (dan-)graad is, maar ook de medaillespiegel. Je bent in het judo wie je bent als je zoveel keer Nationaal Kampioen was, zoveel Europese titels hebt, en als hoogtepunt: een wereldtitel of Olympisch deelnemer... Niets is zo eervol voor je 'mei' als de Olympische Spelen. Als het gaat over je 'naam' krijgt 'meedoen is belangrijker dan winnen' opeens een heel andere betekenis.  Zelfs voor Westerlingen en nuchtere Nederlanders.

Het is heel moeilijk om objectief te kijken naar rangen en standen. We moeten in de eerste plaats elke cultuur, of dat nu met visitekaartjes of judo-tradities samenhangt, beoordelen binnen de eigen culturele context. En iedereen moet zich proberen 'gewoon' te gedragen en aan te passen aan het land en de cultuur waarin ze zich bewegen. In Japan is het nonchelante en genivelleerde gedrag van Nederlanders waarschijnlijk onbeleefd. Dus moeten we ons aanpassen. Dat is netjes en respectvol. Omgekeerd zal een Japanner zich niet te trots moeten voelen om zich in ons land wat minder op stand en afkomst voor te laten staan. Daarin moest mijn collega uit India veel leren toen hij hier kwam. Nederlanders moeten zich inzake het judo echter ook 'normaal' gedragen. Eerbied voor Japanse tradities wil in ons land niet zeggen dat we in álles Japanse gedragingen moeten aannemen, want dan worden we malloten. Balans in alles is goed.

Judoka mogen daarom trots zijn op hun sportschool of club omdat ze dankbaar zijn voor de goede vorming, maar of ze een goede judoka zijn, hangt niet dáár van af. Niet de leraar of de 'lijn' van sensei telt, maar je eigen kwaliteit. Je sensei opent de deur maar jij gaat binnen... En zelfs dat mag je niet trots maken. Bij onze cultuur hoort daarom hoe dan ook dat we weliswaar zijn wie we zijn door de leraren die we hebben gehad. Maar ijdelheid omdat we in een bepaalde 'school' staan wordt pas gewaardeerd als het uitzonderlijk is, én zichtbaar in je prestaties. 
Ja, wij willen mensen niet alleen op hun mei beoordelen, maar meer op zijn merites. En dat is in onze cultuur terecht. Al kunnen we nog zoveel houden van Japan, we zijn wie we zijn: Nederlanders. Een volk van 'doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg'. 

Zouden we daarom onze visitekaartjes - áls we ze al hebben - gewoon op een praktisch plekje wegstoppen en er niet al onze titels op zetten? Wel zo relaxed eigenlijk!


vrijdag 2 januari 2015

Eerste judoles...?

Er komt een stoere vent de dojo in. Hij trekt zijn pak aan voor de eerste les. Hij wordt voorgesteld aan een 'dame' met een zwarte band. En dan wordt daar een leuk stripverhaaltje van gemaakt wat dan over het internet gaat via Facebook. (Klik op de plaatjes voor de vergroting)

Ik snap best dat degenen die dit op de Facebookpagina van hun judoclub zetten, naar ninja-films hebben gekeken en allerlei Japanse animaties leuk vinden. Ik snap ook dat het de emancipatie van de vrouw in de dojo stimuleert om de droom te koesteren dat deze dame met zwarte band een stoere bink kan vernederen. 

Toch ben ik behoorlijk *grmbl* van dit soort stripjes. Om een heel aantal redenen.
  • Een eerste judoles gaat sowieso niet over vechten, testen, en beng beng over de mat smijten. Dat het om de 'eerste les' gaat, staat erbij ("So, are you ready for your first judo lesson, Cloud?") en dat maakt deze strip zo ellendig.
  • Een vrouw of man met een zwarte band heeft een bepaalde verantwoordelijkheid naar nieuwkomers en daarvan is in deze strip geen sprake - integendeel.
  • De hele strip wekt de indruk dat judo een soort straatvechten is, met agressie en geweld, althans de dame in kwestie doet er alles aan om zo hard mogelijk tekeer te gaan en het stof uit de mat te kloppen. 
  • Het toepassen van armklemmen op iemand die zijn eerste les komt beleven... dénk het niet hè!
  • En verder... het hele verhaal getuigt van geen énkel respect, het is alleen vernedering en willen 'winnen' met ongelijke verhoudingen. 
Werkelijk waar, als we werkelijk menen dat judo een weg van opvoeding en respect is, dan is zachtmoedigheid voor beginners een eerste vereiste. Veiligheid voorop, en rei voor wie een ander is. Beheersing van geweldsimpulsen en niets wat in de buurt kan komen van 'vechtsport'. Een nieuwe judoka, al ziet hij er uit als een jonge 'kast', wordt never nooit zo behandeld. Een danhouder die met hem zou omgaan als in het stripje, zou direct uit de club verwijderd moeten worden, hansokumake wegens het schenden van de geest van het judo. Machogedrag is niet onze weg.

Ik hoop dat we komend jaar veel nieuwkomers in onze groep krijgen, maar wij heten ze op een vriendelijke manier welkom.

Helaas heeft Facebook nog geen dislike-button... want anders kon dit stripje wat verwachten. Wat een slecht voorbeeld!  x-(